Het is niet mogelijk om Surinaamse bijstandsgerechtigden langer dan wettelijk toegestaan op vakantie te laten gaan, zonder dat dit kan leiden tot het stopzetten van hun uitkering. De partij GroenLinks in de Haagse gemeenteraad had daarom gevraagd.
"In Den Haag wonen veel ouderen van Surinaamse afkomst die jarenlang hebben bijgedragen aan onze samenleving", zegt gemeenteraadslid Lenne Baboeram (foto onder). "Velen van hen willen graag een langere periode doorbrengen bij hun kinderen en familie in Suriname. Helaas blijkt dit in de praktijk lastig vanwege de huidige bijstandsregels."
Volgens de geldende regelgeving mag iemand met een bijstandsuitkering slechts tijdelijk in het buitenland verblijven. Een verblijf van langer dan 28 dagen per kalenderjaar - of maximaal 13 weken in uitzonderlijke gevallen - kan leiden tot het stopzetten van de uitkering. "Voor veel oudere Surinaamse inwoners is dit een groot probleem", zegt Baboeram. "Zij moeten jarenlang sparen om een ticket te betalen, en als ze dan eindelijk kunnen gaan, kunnen ze daar maar kort verblijven zonder het risico hun uitkering te verliezen."
Tekst gaat door onder foto.
Foto: Gemeente Den Haag.
Coulanceregeling
GroenLinks wilde daarom van het college weten of het mogelijk is een coulanceregeling in te stellen voor deze groep. Het college laat nu weten dat de Participatiewet dat niet toestaat. Ook zou de behoefte aan zo’n regeling niet groot zijn, schrijft het college in een brief aan de gemeenteraad. “Uit navraag bij de VNG en de andere G4-gemeenten blijkt dat dit onderwerp niet als structureel probleem of urgente problematiek wordt herkend.”
Desondanks kan het college wel begrip opbrengen voor de wens van GroenLinks. “Tegelijkertijd constateren wij dat de huidige grens van 28 dagen per kalenderjaar een typisch voorbeeld is van de hardheid van de Participatiewet. Het college vindt dan ook dat de Participatiewet aanpassing vraagt en dat meer ruimte voor het maken van uitzonderingen wenselijk is. Dit is ook onderdeel van de gesprekken die door gemeenten en de VNG landelijk worden gevoerd over de Participatiewet in balans.”